Lokale zeggenschap bij Careyn
Zeggenschap zo dicht mogelijk organiseren bij mensen die zorg of ondersteuning nodig hebben. Versterking van lokale zeggenschap is een belangrijk uitgangspunt van de medezeggenschapswet (Wmcz 2018). In dit artikel uit de herfsteditie 2024 van LOC tijdschrift Zorg & Zeggenschap vertellen Careyn-bestuurder Chantal Beks en onafhankelijk centrale cliëntenraadsvoorzitter Gerard Gerding over de kracht van goede samenwerking.
Beluister artikel
Hoe is de medezeggenschap bij Careyn georganiseerd?
Gerard Gerding, sinds december 2023 onafhankelijk voorzitter centrale cliëntenraad (ccr) Careyn: “De ccr heeft nu vijftien leden. De ruim dertig zorglocaties in vier districten in de provincie Utrecht en Zuid-Holland zijn niet allemaal afgevaardigd in de centrale cliëntenraad. Soms vanwege bemensingsproblemen, soms omdat ze er geen behoefte aan hebben en soms omdat een locatie te klein is voor een cliëntenraad. Met het uitgangspunt: ‘ik ben oké, jij bent oké’, kom je meestal verder dan je te beroepen op allerlei formele verhoudingen zoals de Wmcz 2018 die definieert. Het gaat primair om de intentie van waaruit je met elkaar wilt omgaan. Die is goed.”
Botst het binnen de ccr wel eens over lokale onderwerpen?
Gerard: “Soms is het best ingewikkeld om als centraal cliëntenraadslid die lokale pet even af te zetten in het belang van het grotere, collectieve doel.”
Chantal: “Een voorbeeld. Op een aantal plekken moet nieuwbouw worden gepleegd. Maar je kunt niet te veel bouwprojecten tegelijkertijd uitvoeren. Dus moet je keuzes maken. De vastgoedcommissie van de ccr is hierbij betrokken. Maar als jij als lokaal cliëntenraadslid elke dag hoort van bewoners, medewerkers en familie dat het gebouw niet meer voldoet, dan heb je met die pet op minder begrip voor de gemaakte keuzes in de volgorde van nieuwbouw. Jouw locatie moet gewoon op één staan. Die dubbelrol, enerzijds de belangen van de mensen op de locatie behartigen en anderzijds het collectieve belang zien, kan best lastig zijn. Het gaat immers om onderwerpen die direct raken aan zingeving en welzijn van cliënten. Wat mij betreft gaat het om compassie hebben voor elkaars rol.”
Hoe is de samenwerking tussen centrale en lokale medezeggenschap?
Gerard: “Het is best een uitdaging hoe je zoveel mogelijk draagvlak voor besluiten creëert. Zonder dat bijeenkomsten Poolse landdagen worden, waarbij je net zo lang palavert totdat je het met elkaar eens bent. We hebben in ons werkplan opgenomen dat we de medezeggenschapsregeling gaan evalueren en daartoe alle locaties gaan bezoeken om het gesprek aan te gaan met de lokale raden. Dat is een mooie gelegenheid met iedereen van gedachten te wisselen.”
Chantal: “Als raad van bestuur hebben we samen met de ccr per brief aan lokale raden onderbouwd waarom we zo’n evaluatie belangrijk vinden. Omdat het onze verantwoordelijkheid is om de medezeggenschap goed in te richten. Daar hoort evalueren bij.” Gerard: “We willen niet alleen van de lokale afgevaardigden in de ccr, maar van álle lokale cliëntenraden horen wat ze belangrijk vinden in de samenwerking met de ccr en vooral ook met het lokale management. Waar ze zich zorgen over maken. En waar ze trots op zijn. Want laten we er vooral voor waken dat we het alleen hebben over dingen die niet goed gaan. Ik pleit voor het bredere perspectief van vreugde en zorg.”
“Misschien moeten we naar een andere vorm van medezeggenschap”
Chantal Beks
Is lokale medezeggenschap doorslaggevend?
Gerard: “Je kunt binnen een organisatie met de omvang van Careyn niet zeggen: laat elke locatie het maar voor zichzelf uitzoeken; laat duizend bloemen bloeien. Als ccr hebben we bijvoorbeeld ingestemd met het besluit de wasvoorziening voor de hele organisatie te uniformeren. Als je op een locatie zit waar voorheen meer individuele wasmogelijkheden waren, kan dit besluit botsen met wat betrokkenen op een locatie als waardevol ervaren.”
Chantal: “Wat ik heel belangrijk vind is te analyseren of het over het proces of de inhoud gaat. Vindt een lokale raad dat-ie onvoldoende betrokken is, en is hij het daarom niet eens? Of is er een inhoudelijk argument? In dat laatste geval moet je daar goed naar kijken. Anders sla je een belangrijke stap in de medezeggenschap over. Echt luisteren is heel belangrijk, anders moet je geen medezeggenschap optuigen.
Kostte het jou moeite om als onafhankelijk voorzitter van de cliëntenraad je oude pet als bestuurder van een gehandicaptenzorganisatie af te zetten?
Gerard: “De belangrijkste vraag is altijd: wat heeft de individuele cliënt hier nu aan? Of je nu bestuurder, toezichthouder of cliëntenraadslid bent, moet dat hét perspectief zijn. Daar moet je elkaar altijd op kunnen aanspreken.”
Chantal: “Ik vind het een voordeel dat Gerard snapt wat het betekent om bestuurder te zijn.”
Wat is jullie belangrijkste zorg?
Chantal: “Omdat mensen zo lang mogelijk thuis moeten blijven, verhuizen ze pas in een laatste fase naar een verpleeghuis. Waar ze gemiddeld niet heel lang meer verblijven. Dat heeft enorme gevolgen voor de continuïteit van de medezeggenschap en de samenstelling van cliëntenraden. Misschien moeten we naar een andere vorm van medezeggenschap?”
Gerard: “Of met profielen gaan werken waarbij je toetst of iemand kan denken en handelen vanuit een algemeen cliëntenbelang. Maar dan ga je nóg meer eisen stellen en wordt de afstand tussen centrale en lokale raden, die hopelijk nog wél geworteld zijn in de plaatselijke gemeenschap, misschien nog groter.”
Lees meer artikelen over:
