Op 24 januari organiseerde het regioteam Noord-Brabant, samen met LOC, in Mariaoord in Rosmalen een goed bezochte bijeenkomst voor cliëntenraden uit Noord-Brabant. Het thema van deze middag was ‘Visie op medezeggenschap’.

Pieter Hermsen, bestuurder van Vivent, hield een inspirerende inleiding over zijn ervaringen met cliëntmedezeggenschap. Die gingen voor hem terug tot de jaren zeventig, toen in de psychiatrie een beweging opkwam om cliënten meer vrijheid en ouders meer zeggenschap te geven. Dit in plaats van de traditionele strengheid vanuit de toenmalige stichtingsbesturen. Dit soort ontwikkelingen leidde uiteindelijk in 1996 tot een eerste wet op de medezeggenschap in de zorg. Pieter Hermsen vertelde hoe hij de ontwikkelingen verder meemaakte tot en met de Wmcz 2018.

Die ervaringen betekenen voor hem dat hij graag als bestuurder de Rijnlandse benadering uitdraagt. “Zoek met elkaar naar een informele vorm met consensus tussen cliënt, familie en bestuurder”, is zijn devies, “weliswaar met respect voor de wet”. Vivent werkt graag open en transparant met de cliëntenraden aan de voorkant zodat besluiten soepel en met instemming genomen kunnen worden.

Pieter wil dat we samen aan de slag gaan met hernieuwen van de organisatie in de zorg, waar het perspectief op de regionale samenwerking komt te liggen. Dus ook in vormen van medezeggenschap.

Thematafels, spiegelgesprekken en burgerinitiatieven

Hierna volgde een gedachtewisselingen met de zaal over de relatie tussen formele en informele medezeggenschap. En daar sloot de presentatie van LOC adviseur Klazien Teeuwissen bij aan. Zij vestigde de aandacht op alternatieve vormen van medezeggenschap zoals, werken met thematafels, klankbordgroepen, panels, spiegelgesprekken en burgerinitiatieven. Ze benadrukte dat de lokale raad dichter bij de praktijk ligt en daarmee dichter bij de uitvoering van onze wezenlijke opdracht: mensen een waardevol leven laten ervaren.

Tot slot werden in groepjes twee prikkelende stellingen van Pieter Hermsen besproken:

1. De medezeggenschap van cliënten zoals bedoeld in de Wmcz is voldoende geborgd met een centrale cliëntenraad welke overlegt met en adviseert aan de bestuurder.

2. Het perspectief van de cliënt is het belangrijkste perspectief voor een zorgorganisatie en moet in de besluitvorming doorslaggevend zijn.